Dorpsommetje Nieuw-Balinge

Beschrijving

Extra info

Nieuw Balinge is een ontginningsdorp: het is ontstaan in de periode van de veenontginningen zo rond het einde van de negentiende eeuw. Het is ontstaan langs een kanaal waar de turf werd afgevoerd, de Middenraai. Na de afgraving werd vanwege de grote vraag naar hout de eerste naaldbomen aangeplant in het gebied. Toen de houtprijzen zakten werd het omgevormd tot landbouwgebied.

1. Startpunt bij dorpshuis ‘De Heugte’;
2. de school aan de linkerhand houden en Lijsterstaat volgen;
3. op t-splitsing linksaf;
4. 1e weg rechtsaf (Breistroekenweg) (A);

(A) Breistroeken
De naam van deze weg herinnert aan de ‘stroeken’ of ‘struiken’. Dit zijn struiken van struikheide die wel een meter hoog kunnen worden. De weg loopt vrijwel op de rand van de hoge zandrug (tot ruim 18 meter boven NAP) en de nu lager gelegen veengrond (tot 16 meter boven NAP). Voor de ontwatering en vervening zal dit verschil aanmerkelijk minder zijn geweest.

1. op t-splitsing rechtsaf (Meeuwenweg);
2. na ongeveer 100 m bij nr. 23 linksaf zandpad volgen;
3. eigen weg volgen, dit zandpad buigt naar rechts;
4. op het erf links aanhouden en langs akker naar bos lopen (B);

(B) Lariksbossen
In de jaren dertig van de vorige eeuw heerste grote werkloosheid. Om de mensen aan de slag te helpen en te stimuleren een bestaan op te bouwen, ontwikkelde de overheid diverse werkverschaffingsprojecten. Het planten van bos, op voor landbouw ongeschikte heidegrond, vormde één van de maatregelen. De voorkeur ging uit naar snelgroeiende boomsoorten. De bossen konden zo een bijdrage leveren in de behoefte aan hout voor de mijnen in Zuid­Limburg, voor de timmerfabrieken en voor de papierindustrie. Naast dennen en sparren werden ook lariksen geplant. De bossen hebben tegenwoordig een landschappelijke functie, zij kleden de omgeving aan en verschaffen luwte.

1. bij het bos linksaf, pad door bosrand volgen;
2. na ongeveer 200m rechtsaf bospad volgen (houd aan de linkerkant een strookje bos met daarachter bouwland);
3. het bospad kruist een wagenspoor (dat komt van het zandpad links), dit spoor oversteken en bospad blijven volgen;
4. op t-splitsing van bospaadjes linksaf;
5. einde bospad rechtsaf, zandweg tussen bouwland door volgen;
6. op driesprong rechtdoor zandweg volgen;
7. weg wordt klinkerweg, bij bosje aan rechterhand rechtsaf bospad volgen;
8. in bosje het pad volgen met een scherpe bocht naar links;
9. volgende bocht naar links, een slinger maken;
10. pad volgen tot op de weg hier rechtsaf (C);

(C) Hullenzandweg en Meulenplekke
De weg liep vroeger naar het Hullenzand. Deze zandverstuiving is op zijn beurt genoemd naar de noordelijk gelegen Hullen, groenlanden aan de rand van het Oude diep. Over de betekenis van ‘Hullen’ zijn de geleerden het niet eens. Het woord kan zowel hoogte (zand) als laagte (weide) betekenen.
Rechts van de weg ligt de Meulenplekke, vroeger ook Molenplas en plas van Boertien genoemd. Nu is het ‘heeres zien plekke’. Dit veentje heeft de boeren lang voorzien van huisbrandturf. Om de turf hier te kunnen uitsteken werd het droog gemalen met behulp van een tjasker. Dit molentje met wieken van twee tot vier meter werd in de 16e eeuw ontwikkeld en in de natte weilanden en veengebieden als tijdelijk maalwerktuig ingezet.

1. op kruising met voorrangsweg (Haarweg) rechtsaf en weg volgen tot ‘De Heugte’. Deze route sluit aan op de ‘t Veld route.